zondag 23 november 2014

Paul Glaser – Tante Roosje door Lukáš Vítek

Ik zou graag jullie iets vertellen over een schitterend persoon die Roosje Glaser heette. Op donderdag 13. 11. was ik namelijk op een avond met de Nederlandse schrijver Paul Glaser, waar hij het boek over zijn tante presenteerde. Ja, het gebeurt niet zo vaak, denk ik, dat men over zijn eigen tante gaat schrijven, want er is helemaal geen reden om dat te doen. Meestal als iemand over één van zijn familieleden besluit te schrijven, doet hij dat om twee redenen: het familielid is of heel beroemd, of heel rijk. Maar tante Roosje was noch echt beroemd, noch had ze zo veel geld. Dus de vraag is, waardoor ze zo buitengewoon, zo zeldzaam was?

Meneer Glaser, de voormalige directeur van een ziekenhuis, vertelde ons twee verhalen – over zijn tante en over de ontdekking van de geschiedenis van zijn tante. Eerst wist hij niet zo veel over zijn tante, hij wist eigenlijk alleen dat ze met een Zweed getrouwd was en in Zweden leefde en niet meer, omdat zijn vader, de broer van Roosje, nooit over haar sprak. Maar tante Roosje leefde niet haar hele leven in Zweden.

Roosje Glaser is in 1914 geboren en ze bracht haar jeugd in Duitsland door, waar haar rijke ouders veel winkels hadden. Dus Roosje was een meisje uit een goed gezin. En wat doen zulke meisjes? Ze dansen, spelen tennis, ze nemen deel aan feestjes en organiseren feestjes en zoeken de mannen. Roosje was geen uitzondering.

Toen ze zeventien was, zoende ze eerst met een jongen en eenn jaar later werd ze echt verliefd op een piloot. Ze leefden twee jaar samen en hun relatie scheen echt serieus. Ongelukkigerwijs moest hij op een keer naar Indonesië vliegen, maar zijn vliegtuig stortte in Pakistan neer en hij overleed. Roosje was geshockeerd en ze verloor opeens alle gevoelens – ze kon niets voelen want ze hield zo veel van haar vriend. Maar het leven ging door en Roosje behoorde niet tot de vrouwen die hun heel leven om een man treuren. Ze begon opnieuw te dansen om haar gevoelens terug te krijgen.

Op een dansles ontmoette ze de dansleraar Leo, ging bij hem wonen en ze gingen trouwen. Buiten waren ze het ideale paar maar thuis ging dat niet zo goed omdat Leo tot de nationaal- socialisten behoorde en Roosje de Joodse achtergrond had en Hitler en de Joden geen vrienden waren. Bovendien woonden ze met de broer van Leo en hij en zijn vriendin waren ook nazi´s. Dus Roosje voelde zich thuis niet lekker en ze vond een minnaar. Natuurlijk ontdekte Leo dat en hij sloeg zelfs Roosje in haar gezicht. Nadat hij dat gedaan had, ging Roosje bij haar minnaar wonen maar een paar dagen later ontdekte ze dat de minnaar haar met een andere vrouw bedroog. Dus ze verliet ook hem.

Maar er was een probleem: de economische crisis begon (we zijn in de jaren dertig) en Roosje had geen man en geen werk. Omdat ze altijd graag danste, besloot ze om een eigen dansschool op te richten. En dat lukte; Roosje was succesvol. Ze kreeg werk maar ze had nog steeds geen man. Maar de vraag was hoe een geschikte man te kiezen, als haar twee exen niet goed waren. Roosje was ontzettend systematisch dus ze keek naar het lijstje van haar leerlingen en koos een man uit Zwitserland, die als technicus in Nederland werkte. En ze werden verlied op elkaar. Het is belangrijk te zeggen dat haar leerlingen van haar leeftijd waren – dus tussen twintig en dertig, zonder kinderen.

Maar het jaar 1940 kwam en daarrmee de oorlog en de bezetting. Toen keken Nederlanders niet naar Duitsers als naar vijanden. De werkloosheid was heel groot en zij zagen dat Duitsers de oplossing hadden. Dus niet alle Nederlanders waren tegen de bezetting. Vanwege haar Joodse achtergrond was de dansschool van Roosje door de Kultuurkamer verboden. Maar gehoorzaamheid, dat was niks voor Roosje. Ze vervalste haar persoonsbewijs. De Joden moesten namelijk in hun persoonsbewijs een grote letter “J” hebben, maar Roosje liet dat weg en ging met haar dansschool door.

Ze hield veel van foto´s maken. Ondanks dat ze zelf een Joodse was, bezocht zij alle plaatsen die voor Joden verboden waren, zoals restaurants, parken etc. Ze liet zich haar graag op stations onder het bord fotograferen, waarop “Voor Joden verboden” stond. En zelfs door Duitsers. Er is zelfs een foto van tante Roosje met een SS-man.

Ongelukkerwijs verraadde haar eerste man haar en hij stuurde een brief naar de Cultuurkamer, warin hij schreef dat Roosje een Jodin was. Daarna volgde het tweede verbod en Roosje moest beloven dat ze vrijwillig naar een werkkamp zou gaan. In plaast van dat te doen, stal ze een persoonsbewijs van iemand anders en gebruikte dat als haar eigen. Ze verhuisde ook. Ze was zo moedig of brutaal dat ze in het pension bij een vrouw van Duitse SS-man wonen ging. Ze verstopte zich helemaal niet als Anne Frank. Nee, ze gaf danslessen, speelde tennis en bezocht verboden restaurants. Ze geloofde nog steeds dat ze naar Zwitserland, naar haar vriend zou gaan.

Ze besefte zich waarschijnlijk wel dat ze vermoordzou kunnen worden, omdat haar vader al in een werkkamp was. Toen woonde ze in de pension met haar moeder, die ook Jodin was. Maar ze bleef haar werk doen – de danslessen vonden geheimzinnig plaats op de zolder van een huis. Op een feestje ontmoette ze haar tweede man, de minnaar, en hij verraadde haar ook. Ze moest onmiddelijk met dansen stoppen en naar de gevangenis gaan. Het lukte haar te vluchten en ze wilde asfcheid nemen van haar leerlingen, want ze wist dat haar school eindigde. Dus ze besloot het laatsje feestje te organiseren. Het probleem was waar. Ze koos voor haar feestje een speelplaats ver genoeg van de stad. Zij en haar leerlingen fietsten daar van het station naar toe – dus vijftig mensen onder leiding van een Joodse fietsten tijdens de oorlog langs openbare plaatsen! Het feestje was heel leuk – het is zo goed als een film gedocumenteerd: iedereen lacht, danst en drinkt.

Een paar dagen later werd Roosje opnieuw gevangen genomen en ze moest naar het concentratiekamp. Ze bracht daar 3 jaar door, vanaf 1942 tot 1945. Ze vluchtte en toen werd ze gevangen. Omdat ze knap was, verzon ze een tactiek om te overleven. Het lukte haar dat een paar SS- mannen op haar verliefd werden en dus had ze in de kamp een beetje beter leven. De laatse kamp was Auschwitz. Dankzij dezelfde tactiek, haar vloeiende Duits en haar grote geluk hoefde ze niet in het “ziekenhuis” te werken waar de experimenten plaatsvonden. Tenslotte kwamen de Russen. Toen ze Roosje vonden, woog ze nog maar 35 kilo. Ze was door de Zweedse Rode Kruis genezen en daar ontmoette ze haar laatste en beste man.

Na de oorlog dacht ze na over haar toekomst. Ze hield niet meer van Nederland, want al haar mannen, die alle Nederlanders waren, hadden haar verraden, ze was door Nederlandse (en geen Duitse!) agenten gevangen genomen en door Nederlandse (en geen Duitse!) agenten bewaakt. Dus ze verhuisde met haar man naar Zweden, waar ze bijna 60 jaar later in 2000, toen ze 86 was, stierf. In Zweden richtte ze opnieuw een dansschool op. Ze had helaas geen kinderen omdat ze in Auschwitz was gesterilisseerd.

Dus waarom was tante Roosje zo buitengewoon? Zij deed haar hele leven waar ze van hield (dansen), ondanks haar stigmatiserende Joodse achtergrond. Zelfs een paar weken later na de bevrijding van Auschwitz organiseerde ze met de andere vrouwen uit Auschwitz een cabaret, want ze haatte verveling en wilde iets doen, wat voor de anderen ook goed zou kunnen zijn. Toen meneer Glaser haar in Zweden bezocht, was in haar huis op de muur een stuk prikkeldraad opgehangen. “Wat is dat?” vroeg meneer Glaser. “Een souvenier uit Auschwitz,” antwoorde zijn tante. Zoals jullie kunnen zien, had zij zeker gevoel voor humor. En als jullie meer over tante Roosje willen weten, dan kunnen jullie dit boek lezen. Er is zeker meer dan ik jullie heb verteld.

1 opmerking:

  1. Een ontroerend en indrukwekkend verhaal over een jong joods meisje dat enkel het leven als een feest wilde ervaren en wiens leven een aaneenschakeling van beproevingen werd. Maar ze liet zich er niet onder krijgen. Het boek lezende schaam ik me voor de Nederlandse regering en het Nederlanderschap.
    Gelukkig dat er ook nog Nederlanders waren die wel joodse mensen hebben geholpen. Ergerlijk is dat zoveel Nederlanders de dans ontsprongen zijn en nooit voldoende zin gestraft voor de wandaden tegen de Joodse Nederlanders. In Nederland draait alles om geld. Wat een Judassen in de 2 de wereld oorlog inclusief de naoorlogse regering. Dat is mijn mening na het lezen van dit zeer waardevolle en mooi geschreven document.

    BeantwoordenVerwijderen