vrijdag 28 oktober 2016

Parijs
Lukáš Vítek

Naar Parijs wilde ik gaan, omdat ik me in anderhalf jaar Frans had geleerd. Dus ik dacht, ga eens naar Frankrijk en spreek daar Frans. Een mooi plan of niet? Inderdaad, maar het duurde heel lang voordat alles geregeld was. Een vriendin van mij verbleef toen namelijk buiten Parijs, al had ze daar het hele semester gestudeerd. Ze was in Bretagne. Uiteindelijk ging ze terug naar de hoofdstad, dus ik kon Nederland veilig verlaten.
Zoals het in het leven van een neerlandicus gaat, alles wat hij doet staat in een of ander verband met het Nederlands. In mijn geval had Remco Campert mij voor Parijs geënthousiasmeerd, in concreto zijn verhaal ‘Verre reizen‘ uit de bundel Alle dagen feest. Dat verhaal gaat over twee jongens die zich in Nederland vervelen en samen naar Parijs gaan.
Mijn reis naar Frankrijk begint een beetje ironisch, net zoals in Camperts verhaal. Toen ik de bus van Eurolines instapte, nam een assistente mijn geprinte ticket en hield het bij zich. Ik was zonder een retourticket! Die stond geprint op de andere zijde van die éne bladzijde. Dat was vervelend.
In Parijs zelf ging het soepel. Anička, een vriendin van mij, bracht me naar de woning van haar vriend van Tsjechische afkomst Adam, die in Parijs bij zijn oom werkte. De woning was vlakbij Jardins du Luxembourg gevestigd, wat prettig was. Ik wist niet dat er een grote Tsjechische gemeenschap in Parijs bestaat. Ze doen heel veel dingen, waaronder tentoonstellingen organiseren. Anička is een studente kunstgeschiedenis, zij weet alles over kunst.
De eerste avond keken we naar de portalen van de kathedraal Notre Dame als naar een wonder. Het reliëf boven de hoofdingang bestaat uit zo veel beeldjes die met verrukkelijke liefde gemaakt zijn! Wat een Tsjech opmerkt, is dat de Notre Dame in tegenstelling tot de Sint-Vituskathedraal in Praag breder dan hoger is. Iedere gotiekbouwheer had zijn eigen smaak. De Antwerpse gotiek is anders dan die van Parijs en die van Praag onderscheidt zich van de Parijse gotiek. In de avond zaten we aan de oever van Seine met een wijntje. Heel gezellig.
Louvre vond ik niet leuk. Daar is het te druk en de tentoonstellingen hebben er geen structuur. Eén madonna volgt na de ander. Je ziet er het ene topstuk na het andere. Het leukste museum van Parijs is zeker Centre Pompidou. Voor het museum ligt een aangenaam pleintje, waar je lekker plat kan liggen. Het is verborgen in de schaduw en veel mensen rusten daar uit. Ik werd in het Centre Pompidou door Henri Matisse gefascineerd, vooral door zijn stuk Luxe, Calme et Volupté uit 1904. Het hele Centre Pompidou stelt een groot spel met kleuren voor: Vasilij Kandinsky, František Kupka e.a. Wat ik eveneens kan aanraden is de Place des Vosges. Je vindt daar een leuke tuin, een ideale plaats voor een picknick. Als je nog meer wil zien, kan je het huis van Victor Hugo bezoeken dat in de buurt ligt. Het is verrassend hoe groot dat gezin van Hugo was: enkele afstammelingen van hem zijn vandaag de dag schilders.

En het Frans? Een prachtige taal waarmee je moeite hebt om hem goed te beheersen. Enige nuttige woorden zoek je tevergeefs in het woordenboek voor toeristen. ‘Daar’ zeg je ‘la-bas’, ‘geen probleem’ is ‘pas de soucis’ [soesi]. Gelukkig kennen mijn nieuwe vrienden beter Frans dan ik. Leuk om iets af en toe in het Frans te zeggen. De letterlijke vertaling werkt niet. In Nederlandse musea kijk je naar een stilleven, terwijl je ‘dode natuur’ (une nature morte) in Franse musea kan bewonderen. En het is ook mogelijk om een retourticket opnieuw bij de Eurolines te printen, stel je voor, al zeggen ze eerst “C’est ne pas possible, monsieur”.

zondag 2 oktober 2016



Zomercursus Gent 2016
Diversiteit in praktijk
Lukáš Vítek



Tekstvak: In het raadhuis van Gent, LV
      De Taalunie Zomercursus Nederlands heeft dit jaar een nieuwe formule gekregen, namelijk Taal, cultuur en beroep. Onafhankelijk van jouw niveau Nederlands mocht je één van de vier trajecten kiezen: 1) media / politiek / diplomatie, 2) kunst / literatuur / cultuur, 3) vertalen / uitgevers / bedrijfswereld, 4) taalkunde / literatuurwetenschap / didactiek.
Dat betekent niet dat ook een beginner aan deze cursus zou mogen deelnemen, hoor.
De minimumeis was dat iedere deelnemer tenminste over kennis van het Nederlands beschikte op B1-niveau. Al moest iedereen een voorlopige toets Nederlands halen, was het in de praktijk een beetje anders. Het is heel logisch dat niet iedereen vloeiend Nederlands spreekt. Geleerdheid komt niet aanwaaien, toch? Dat maakte deze zomercursus ook interessant. Enige cursisten schrijven in hun artikel dat het Nederlands verbindt. Deze uitspraak past heel goed bij de Zomercursus Gent. Studenten uit vier continenten kwamen allemaal samen in Gent om daar het Nederlands te oefenen. Gedurende de zomercursus communiceerden de cursisten in het Nederlands met elkaar, niet in het Engels. Wat bijzonder, zeg!


Interculturele communicatie in theorie

In Gent ontstond zo een internationale gemeenschap. De gemeenschap van studenten Nederlands. ‘Internationaal’ is inderdaad een andere uitdrukking voor ‘intercultureel’. Het is geen toeval dat twee lezingen, die we kregen, gingen over interculturele communicatie. Muriel Waterlot besprak verschillende dimensies van cultuur, terwijl Sibo Kanobana het meer over het multiculturalisme had. Het multiculturalisme behandelt het omgaan met andere culturen.
Interculturele communicatie wordt gekoppeld aan cultuurverschillen. De onderzoeker Geert Hoofstede (*1928) onderscheidt vijf cultuurverschillen of culturele dimensies: a) machtafstand, b) individualisme vs. collectivisme, c) mannelijke waarden vs. vrouwelijke waarden,  d) onzekerheidsvermijding en tenslotte e) kortetermijn- en langetermijngerichtheid.

Interculturele communicatie in de praktijk

De zomercursisten konden inderdaad de cultuurverschillen in de praktijk beleven. Chinese studenten hebben bijvoorbeeld een ander idee van beleefdsvormen dan mensen uit het Westen. Toen we met een Chinees meisje een klaslokaal binnenkwamen, was het altijd het Chinese meisje dat de deur openhield en wachtte totdat alle andere studenten binnen waren. En dat is niet alles, ze boog zelfs voor ons! Dit is de Westerse cultuur volstrekt onvoorstelbaar.
Hoe kunnen we het gedrag van het Chinese meisje met behulp van Hoofdstedes theorie uitleggen? Uit het gegeven voorbeeld blijkt dat Chinezen een ander concept van respect hebben. Dit is te verklaren door wat Hoofdstede ‘machtafstand’ noemt. China is namelijk een land met een autoritair regime. Dat betekent dat daar grotere machtafstand tussen mensen is dan in bijvoorbeeld Nederland of Zweden. Een Chinese docent is een echte autoriteit en marxisme wordt aan Chinese universiteiten aangenomen zonder dat het wel eens ter discussie wordt gesteld.
Ook een Zweeds meisje woonde de zomercursus bij. Zij verschilde wezenlijk van de Chinese studente. Zweden is het land met de kleinste machtafstand tussen mensen ter wereld. De Zweedse maatschappij is gebaseerd op een zo groot mogelijke gelijkwaardigheid. Dit is zichtbaar vooral in de omgang tussen vrouwen en mannen. In Zweden wacht de man niet bij de deur totdat de vrouw binnenkomt. Als hij haar toch de deur opendoet, beschouwt de vrouw het als een bepaalde vernedering. Want hij duidt als het ware aan alsof mannen en vrouwen niet gelijk zijn.

Ideale communicatie

Hoe moeten we dan met andere culturen omgaan? Is het beter om de gewoontes van ons eigen land te houden of is het beter om je aan te passen aan andere culturen? De onderzoeker Sibo Kanobana gaf ons enkele nuttige tips, waaronder a) wees jezelf, b) sta open voor verschillen en vooral c) werk met de effecten van jouw communicatie, niet met je bedoelingen.
In eerste instantie is het dus noodzakelijk aan jouw eigen cultuur te reflecteren. Cultuur is namelijk als een gletsjer: het hoofddeel ervan is niet zichtbaar. Het geldt voornamelijk voor leden van die cultuur, en pas daarna voor buitenstaanders! En andere culturen dan? “Er is geen methode, alleen aandacht,” zegt Edwin Hoffman.
ankelijk van jouw niveau Nederlands mocht je één van de vier trajecten kiezen: 1) media / politiek / diplomatie, 2) kunst / literatuur / cultuur, 3) vertalen / uitgevers / bedrijfswereld, 4) taalkunde / literatuurwetenschap / didactiek.
Dat betekent niet dat ook een beginner aan deze cursus zou mogen deelnemen, hoor.
De minimumeis was dat iedere deelnemer tenminste over kennis van het Nederlands beschikte op B1-niveau. Al moest iedereen een voorlopige toets Nederlands halen, was het in de praktijk een beetje anders. Het is heel logisch dat niet iedereen vloeiend Nederlands spreekt. Geleerdheid komt niet aanwaaien, toch? Dat maakte deze zomercursus ook interessant. Enige cursisten schrijven in hun artikel dat het Nederlands verbindt. Deze uitspraak past heel goed bij de Zomercursus Gent. Studenten uit vier continenten kwamen allemaal samen in Gent om daar het Nederlands te oefenen. Gedurende de zomercursus communiceerden de cursisten in het Nederlands met elkaar, niet in het Engels. Wat bijzonder, zeg!


Interculturele communicatie in theorie

In Gent ontstond zo een internationale gemeenschap. De gemeenschap van studenten Nederlands. ‘Internationaal’ is inderdaad een andere uitdrukking voor ‘intercultureel’. Het is geen toeval dat twee lezingen, die we kregen, gingen over interculturele communicatie. Muriel Waterlot besprak verschillende dimensies van cultuur, terwijl Sibo Kanobana het meer over het multiculturalisme had. Het multiculturalisme behandelt het omgaan met andere culturen.
Interculturele communicatie wordt gekoppeld aan cultuurverschillen. De onderzoeker Geert Hoofstede (*1928) onderscheidt vijf cultuurverschillen of culturele dimensies: a) machtafstand, b) individualisme vs. collectivisme, c) mannelijke waarden vs. vrouwelijke waarden,  d) onzekerheidsvermijding en tenslotte e) kortetermijn- en langetermijngerichtheid.

Interculturele communicatie in de praktijk

De zomercursisten konden inderdaad de cultuurverschillen in de praktijk beleven. Chinese studenten hebben bijvoorbeeld een ander idee van beleefdsvormen dan mensen uit het Westen. Toen we met een Chinees meisje een klaslokaal binnenkwamen, was het altijd het Chinese meisje dat de deur openhield en wachtte totdat alle andere studenten binnen waren. En dat is niet alles, ze boog zelfs voor ons! Dit is de Westerse cultuur volstrekt onvoorstelbaar.
Hoe kunnen we het gedrag van het Chinese meisje met behulp van Hoofdstedes theorie uitleggen? Uit het gegeven voorbeeld blijkt dat Chinezen een ander concept van respect hebben. Dit is te verklaren door wat Hoofdstede ‘machtafstand’ noemt. China is namelijk een land met een autoritair regime. Dat betekent dat daar grotere machtafstand tussen mensen is dan in bijvoorbeeld Nederland of Zweden. Een Chinese docent is een echte autoriteit en marxisme wordt aan Chinese universiteiten aangenomen zonder dat het wel eens ter discussie wordt gesteld.
Ook een Zweeds meisje woonde de zomercursus bij. Zij verschilde wezenlijk van de Chinese studente. Zweden is het land met de kleinste machtafstand tussen mensen ter wereld. De Zweedse maatschappij is gebaseerd op een zo groot mogelijke gelijkwaardigheid. Dit is zichtbaar vooral in de omgang tussen vrouwen en mannen. In Zweden wacht de man niet bij de deur totdat de vrouw binnenkomt. Als hij haar toch de deur opendoet, beschouwt de vrouw het als een bepaalde vernedering. Want hij duidt als het ware aan alsof mannen en vrouwen niet gelijk zijn.

Ideale communicatie

Hoe moeten we dan met andere culturen omgaan? Is het beter om de gewoontes van ons eigen land te houden of is het beter om je aan te passen aan andere culturen? De onderzoeker Sibo Kanobana gaf ons enkele nuttige tips, waaronder a) wees jezelf, b) sta open voor verschillen en vooral c) werk met de effecten van jouw communicatie, niet met je bedoelingen.
In eerste instantie is het dus noodzakelijk aan jouw eigen cultuur te reflecteren. Cultuur is namelijk als een gletsjer: het hoofddeel ervan is niet zichtbaar. Het geldt voornamelijk voor leden van die cultuur, en pas daarna voor buitenstaanders! En andere culturen dan? “Er is geen methode, alleen aandacht,” zegt Edwin Hoffman.