Panda, perenboom, paleis, Peen Penatoe, poetsen, poort, papegaai
Pavlína Riedlová
“Wat is dit voor letter, Pippi?”
“Dat is een streep met een vliegepoepje erboven.”
“Ken je deze letter?”
“Die daar? Dat is een slang zonder ogen.”
Dit was de eerste les
lezen voor Pippi Langkous. Voor haar was het ook de laatste leesles. Maar voor
de meeste kinderen is dit alleen een stapje in het leerproces. Na slangen komen
noch tijgers, uilen, vleermuizen, walvissen, xenopsen en yaken. Als laatste zwemt
het zeepaardje naar kinderen toe. Maar dit geldt alleen voor sommige
Nederlandse kinderen die de letters in de 21ste eeuw met behulp van dieren
leren kennen. In Tsjechië bevinden zich geen vleermuizen of uilen op deze posities.
Pinguïns, gladde slangen, kamelen en zebra’s. De heldere toekomst van
verschillende volkeren kreeg in de loop der tijd het alfabet met behulp van allerlei
methodes onder de knie. En hoewel bijna geen volwassene in staat is de naam van
zijn abc-boek te noemen, toch speelt dit boek een beslissende rol in het menselijk
leven. Over sommige van deze vergeten abc-boeken en leesmethodes gaat dit
artikel.
De studenten moeten
vooral gemotiveerd zijn om iets effectief te leren. Het begin van het leesonderwijs
in Nederland kan men alleen met grote moeite als effectief bestempelen. Aan het
begin werd vooral de spelmethode gebruikt. De leerling noemde eerst de namen
van de letters van een woord en dan las hij het woord als geheel. Met Onze
Vader oo-en-zet-ee vee-aa-dee-ee-er ging
het nog goed, maar al bij de Tien Geboden daagden de problemen op. In tee-ie-ee-en zag het kind het woord [tin]
met grote moeite. Bovendien, de aangeboden teksten stimuleerden het lezen nauwelijks.
Bijvoorbeeld het Groot A, B, C, boek
dat aan het eind van de 18de eeuw is uitgegeven, bevatte behalve het
alfabet, Onze Vader en de Tien geboden alleen gebeden en regels voor een vroom
leven. Dit abc-boek was vertegenwoordiger van de zogenaamde haneboeken, die in
deze periode vaak werden gebruikt. Hun belangrijkste kenmerk was een prentje
van de haan aan het begin van het boek wat de enige illustratie in dit
belangrijke kinderboek was.
Aan het eind van de 18de
eeuw verschenen de eerste stralen van de Verlichting. Voor de ontwikkeling van
het leren lezen is Een nieuwlyks
Uitgevonden A.B.C. Boek van Kornelis de Wit van belang. Hier is de
spelmethode voor het eerst met de klankmethode verwisseld. De klankmethode
lijkt op de spelmethode maar niet de namen van letters, maar de namen van
klanken worden voorgelezen. De Tien geboden zijn dan geen probleem. Een andere
verbetering was de toevoeging van gemakkelijke plaatjes aan letters die met de
ideeën van Jan Comenius overkwamen. Helaas was het abc-boek van De Wit voor
zijn tijd te vooruitstrevend en werd het bijna niet gebruikt.
Nu is de situatie anders.
De methodes, de inhoud en ook de aanpak van de abc-boeken ondergingen een grote
ontwikkeling. Er bestaan er tientallen van op de markt en alle voldoen vooral
aan één eis: de kinderen tot het leren lezen motiveren. Daarvoor dienen niet
alleen kleurrijke illustraties en figuren van bekende kinderboeken bv. Nijntjes ABC, maar ook aantrekkelijke
verhalen. Het aantal methodes nam heel sterk toe. Ze kunnen in twee
hoofdgroepen worden gesplitst. De synthetische leesmethoden gaan van de
kleinere delen uit. Letters, klanken of lettergrepen worden dan tot woorden verbonden.
Tot deze groep behoren ook de spelmethode en de klankmethode. De tweede groep
bevat analytische leesmethodes die aan het begin van het leerproces minder op
het systeem van het lezen gericht zijn. Ze werken met hele woorden en hun
betekenissen. Pas daarna worden de delen ontleend. De beroemde woordcombinatie aap-noot-mies
en zijn variaties bv. bij katholieken aap-roos-zeef, in voormalig
Nederlands-Indië jaap-gijs-dien, in Zuid-Afrika lam-wit-piet, en actueel in
Nederland maan-roos-vis, is een combinatie van beide methoden. Tot nu toe wordt
op scholen het laatste drietal gebruikt als een deel van de abc-boeken Veilig leren lezen die tot de meest
gebruikte behoren.
Het is onmogelijk om de
hele ontwikkeling van de abc-boeken en de erin gebruikte methodes in een kort artikel
samen te vatten. Er wordt niets gezegd over de speciale abc-boeken voor
volwassenen, voor joden, voor kinderen in Nederlandse-Indië of de abc-boeken over
gezonde tanden. Voor degenen die zich in dit thema willen verdiepen, zijn de
volgende pagina’s streng aan te raden:
Koninklijke bibliotheek en haar
collectie van de Nederlandse en buitenlandse abc-boeken;
Het Geheugen van Nederland met
kopieën van 39 interessante abc-boeken;
Onderwijsgeschiedenis met uitvoerige
informaties over de leesmethoden en de abc-boeken;
de Digitale Bibliotheek voor de
Nederlandse Letteren met artikelen en boeken over dit onderwerp, bv. 'Alfa en Betje op het groen, groen grasje.
Oorspronkelijk Nederlandse ABC-boeken in de twintigste eeuw' van Bregje
Boonstra waarin van het abc-boek A is een
aardappel (1985) van Nicolaas Matsier wordt geciteerd:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten