vrijdag 22 januari 2016

Panda, perenboom, paleis, Peen Penatoe, poetsen, poort, papegaai
Pavlína Riedlová

“Wat is dit voor letter, Pippi?”
“Dat is een streep met een vliegepoepje erboven.”
“Ken je deze letter?”
“Die daar? Dat is een slang zonder ogen.”

Dit was de eerste les lezen voor Pippi Langkous. Voor haar was het ook de laatste leesles. Maar voor de meeste kinderen is dit alleen een stapje in het leerproces. Na slangen komen noch tijgers, uilen, vleermuizen, walvissen, xenopsen en yaken. Als laatste zwemt het zeepaardje naar kinderen toe. Maar dit geldt alleen voor sommige Nederlandse kinderen die de letters in de 21ste eeuw met behulp van dieren leren kennen. In Tsjechië bevinden zich geen vleermuizen of uilen op deze posities. Pinguïns, gladde slangen, kamelen en zebra’s. De heldere toekomst van verschillende volkeren kreeg in de loop der tijd het alfabet met behulp van allerlei methodes onder de knie. En hoewel bijna geen volwassene in staat is de naam van zijn abc-boek te noemen, toch speelt dit boek een beslissende rol in het menselijk leven. Over sommige van deze vergeten abc-boeken en leesmethodes gaat dit artikel.

De studenten moeten vooral gemotiveerd zijn om iets effectief te leren. Het begin van het leesonderwijs in Nederland kan men alleen met grote moeite als effectief bestempelen. Aan het begin werd vooral de spelmethode gebruikt. De leerling noemde eerst de namen van de letters van een woord en dan las hij het woord als geheel. Met Onze Vader oo-en-zet-ee vee-aa-dee-ee-er ging het nog goed, maar al bij de Tien Geboden daagden de problemen op. In tee-ie-ee-en zag het kind het woord [tin] met grote moeite. Bovendien, de aangeboden teksten stimuleerden het lezen nauwelijks. Bijvoorbeeld het Groot A, B, C, boek dat aan het eind van de 18de eeuw is uitgegeven, bevatte behalve het alfabet, Onze Vader en de Tien geboden alleen gebeden en regels voor een vroom leven. Dit abc-boek was vertegenwoordiger van de zogenaamde haneboeken, die in deze periode vaak werden gebruikt. Hun belangrijkste kenmerk was een prentje van de haan aan het begin van het boek wat de enige illustratie in dit belangrijke kinderboek was.

Aan het eind van de 18de eeuw verschenen de eerste stralen van de Verlichting. Voor de ontwikkeling van het leren lezen is Een nieuwlyks Uitgevonden A.B.C. Boek van Kornelis de Wit van belang. Hier is de spelmethode voor het eerst met de klankmethode verwisseld. De klankmethode lijkt op de spelmethode maar niet de namen van letters, maar de namen van klanken worden voorgelezen. De Tien geboden zijn dan geen probleem. Een andere verbetering was de toevoeging van gemakkelijke plaatjes aan letters die met de ideeën van Jan Comenius overkwamen. Helaas was het abc-boek van De Wit voor zijn tijd te vooruitstrevend en werd het bijna niet gebruikt.

Nu is de situatie anders. De methodes, de inhoud en ook de aanpak van de abc-boeken ondergingen een grote ontwikkeling. Er bestaan er tientallen van op de markt en alle voldoen vooral aan één eis: de kinderen tot het leren lezen motiveren. Daarvoor dienen niet alleen kleurrijke illustraties en figuren van bekende kinderboeken bv. Nijntjes ABC, maar ook aantrekkelijke verhalen. Het aantal methodes nam heel sterk toe. Ze kunnen in twee hoofdgroepen worden gesplitst. De synthetische leesmethoden gaan van de kleinere delen uit. Letters, klanken of lettergrepen worden dan tot woorden verbonden. Tot deze groep behoren ook de spelmethode en de klankmethode. De tweede groep bevat analytische leesmethodes die aan het begin van het leerproces minder op het systeem van het lezen gericht zijn. Ze werken met hele woorden en hun betekenissen. Pas daarna worden de delen ontleend. De beroemde woordcombinatie aap-noot-mies en zijn variaties bv. bij katholieken aap-roos-zeef, in voormalig Nederlands-Indië jaap-gijs-dien, in Zuid-Afrika lam-wit-piet, en actueel in Nederland maan-roos-vis, is een combinatie van beide methoden. Tot nu toe wordt op scholen het laatste drietal gebruikt als een deel van de abc-boeken Veilig leren lezen die tot de meest gebruikte behoren.

Het is onmogelijk om de hele ontwikkeling van de abc-boeken en de erin gebruikte methodes in een kort artikel samen te vatten. Er wordt niets gezegd over de speciale abc-boeken voor volwassenen, voor joden, voor kinderen in Nederlandse-Indië of de abc-boeken over gezonde tanden. Voor degenen die zich in dit thema willen verdiepen, zijn de volgende pagina’s streng aan te raden:
Koninklijke bibliotheek en haar collectie van de Nederlandse en buitenlandse abc-boeken;
Het Geheugen van Nederland met kopieën van 39 interessante abc-boeken;
Onderwijsgeschiedenis met uitvoerige informaties over de leesmethoden en de abc-boeken;
de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren met artikelen en boeken over dit onderwerp, bv. 'Alfa en Betje op het groen, groen grasje. Oorspronkelijk Nederlandse ABC-boeken in de twintigste eeuw' van Bregje Boonstra waarin van het abc-boek A is een aardappel (1985) van Nicolaas Matsier wordt geciteerd:


“en de x is een zeer volwassen letter, die de Playboy naast zijn bed heeft liggen: ‘x is zo'n letter die eigenlijk niets meer te doen heeft. Vroeger heeft hij samen met de s en de e alle andere letters gemaakt. Nu ligt hij daar maar, overdag, 's avonds, 's nachts. De x maakt het niks uit.’”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten