dinsdag 31 januari 2017

Franca Treur en de wereld die ze heeft uitgebeeld

Lukáš Vítek

De refowereld was in het verleden een dankbaar thema van schrijvers. Jan Wolkers, Maarten ’t Hart, Jan Siebelink, al deze mannen schreven over de deformatie van de opvoeding in het gereformeerd-christelijk milieu. Al deze getraumatiseerde schrijvers groeiden op met strenge vaders die door hen gehaat werden. Uiteraard moet dit conventionele beeld genuanceerd worden: er zijn verschillen tussen individuele schrijvers, waarbij het generatieverschil het meest voor de hand ligt (Wolkers is één generatie vroeger geboren dan ’t Hart en Siebelink). Dat verandert echter niets aan het feit dat de beeldvorming van de refowereld bij deze auteurs vrijwel negatief is. Zo wordt in Een roos van vlees van Wolkers het geloof als een barrière beschreven waaraan je moet ontsnappen. De refowereld wordt als een impasse beschouwd en de enige oplossing is om dit milieu te verlaten of er afstand van te nemen, bijvoorbeeld door een protesthouding.

In recenter tijden verscheen een nieuwe roman uit de refowereld: Dorsvloer vol confetti (2009). Ondanks de ontkerkelijking bestaat de refowereld nog steeds en wordt nog steeds een onderwerp van romans. Dit feit wordt ook in enkele interviews met Franca Treur besproken. Uit het interview door Bart den Otter en Kees Guijt blijkt dat de schrijfster zich wel bewust is dat er bepaalde conventionele beeldvorming van de refowereld ontstond en dat ze daar graag aan zou willen ontsnappen. Juist om deze reden is het hoofdpersonage van Dorsvloer vol confetti slechts twaalf en dus geen puber bij wie we meer opstand zouden kunnen verwachten.

Als we ons willen afvragen in hoeverre Treurs boek origineel is, dan moeten we ons van één ding bewust zijn: Dorsvloer vol confetti behoort tot de streekroman. In eerste instantie gaat het niet over het geloof an sich, maar veel meer over het leven op een boerderij in Zeeland. Op dit opzicht lijkt Dorsvloer vol confetti meer op de boeken van ’t Hart dan op die van Wolkers, want ‘t Harts Een vlucht regenwulpen kunnen we makkelijk als een streekroman lezen. De schrijfster benadrukt zelf dit feit als ze in het vermelde interview de structuur van de refowereld aan die van de boerderij relateert: De gereformeerde wereld heeft het principe dat je een binnenste en een buitenste kring hebt (...) Katelijne hoort bij de buitenste kring van de familie. Maar aan de boerderij, de binnenste kring, kan ze niet meedoen.

 Het leven op platteland wordt door kunstenaars in de regel cyclisch verbeeld: de seizoenen representeren het levensritme van een dorpeling. Dit kunnen we bijvoorbeeld in de Hollandse Oscarwinnaar Antonia (1995) opmerken die gedeeltelijk op de shots van de natuur gebaseerd is. Dus is het geen toeval dat Dorsvloer vol confetti een cyclische structuur vertoont. Ten eerste heet het elfde hoofdstuk ‘Huisbezoek’, wat een variatie op de naam van het vijfde hoofdstuk ‘Bezoek’ is. Ten tweede lezen we herhaaldelijk over bezoeken van Katelijne aan haar oma. Dus is de refowereld volgens Treur eveneens een cirkel. In haar boek lijkt die cirkel echter niet op de barrière van Wolkers, het gaat niet om een vicieuze cirkel. Katelijne wil er niet aan ontsnappen. Integendeel, hoe verder we in het boek komen, hoe vaker we de ontmoetingen van haar en haar oma tegenkomen. De herhaling in kwestie creëert de sfeer van veiligheid en vriendelijkheid. De lezer raakt snel op een positieve manier met de refowereld vertrouwd. Vandaar ook het verzoenlijke einde van de roman: in plaats van afscheid nemen van de refowereld (dat is meer aanwezig in de succesvolle verfilming ervan), kijkt de lezer naar een bruiloft die letterlijk op een dorsvloer op confetti wordt voltrokken.

Aan de andere kant speelt Katelijne de rol van buitenstaander en haar relatie met haar ouders is ver van ideaal. Met haar intelligentie en gevoeligheid voor woorden lijkt ze meer op een kunstenares dan op een toekomstige boerin. Qua mentaliteit hoort ze niet bij haar familie en toch geniet ze op haar eigen manier van het ‘lidmaatschap’ in de refowereld. En ze heeft ook een sympathiekere vader dan de helden van Wolkers of ’t Hart. Als ironisch kan datgene wat het personage van Treur niet doet gezien worden (het breken met het milieu waarin ze opgroeide, wat trouwens voor een twaalfjarige meisje sowieso niet mogelijk schijnt), maar wat de schrijfster zelf wel heeft gedaan: ze heeft zich van de refowereld en het geloof, wat telkens in interviews wordt benadrukt, gedistantieerd. De literatuur en het leven gaan hand in hand.

Bronnen:
Treur, F. 2010  (2009) Dorsvloer vol confetti. Amsterdam: Prometheus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten