Franca Treur en de wereld die ze heeft uitgebeeld
Lukáš Vítek
De refowereld was in het verleden een
dankbaar thema van schrijvers. Jan Wolkers, Maarten ’t Hart, Jan Siebelink, al
deze mannen schreven over de deformatie van de opvoeding in het
gereformeerd-christelijk milieu. Al deze getraumatiseerde schrijvers groeiden op
met strenge vaders die door hen gehaat werden. Uiteraard moet dit conventionele
beeld genuanceerd worden: er zijn verschillen tussen individuele schrijvers, waarbij
het generatieverschil het meest voor de hand ligt (Wolkers is één generatie
vroeger geboren dan ’t Hart en Siebelink). Dat verandert echter niets aan het
feit dat de beeldvorming van de refowereld bij deze auteurs vrijwel negatief
is. Zo wordt in Een roos van vlees
van Wolkers het geloof als een barrière beschreven waaraan je moet ontsnappen. De
refowereld wordt als een impasse beschouwd en de enige oplossing is om dit
milieu te verlaten of er afstand van te nemen, bijvoorbeeld door een
protesthouding.
In recenter tijden verscheen
een nieuwe roman uit de refowereld: Dorsvloer
vol confetti (2009). Ondanks de ontkerkelijking bestaat de refowereld nog
steeds en wordt nog steeds een onderwerp van romans. Dit feit wordt ook in
enkele interviews met Franca Treur besproken. Uit het interview door Bart den
Otter en Kees Guijt blijkt dat de schrijfster zich wel bewust is dat er
bepaalde conventionele beeldvorming van de refowereld ontstond en dat ze daar
graag aan zou willen ontsnappen. Juist om deze reden is het hoofdpersonage van Dorsvloer vol confetti slechts twaalf en
dus geen puber bij wie we meer opstand zouden kunnen verwachten.
Als we ons willen afvragen in
hoeverre Treurs boek origineel is, dan moeten we ons van één ding bewust zijn: Dorsvloer vol confetti behoort tot de
streekroman. In eerste instantie gaat het niet over het geloof an sich, maar veel meer over het leven
op een boerderij in Zeeland. Op dit opzicht lijkt Dorsvloer vol confetti meer op de boeken van ’t Hart dan op die van
Wolkers, want ‘t Harts Een vlucht
regenwulpen kunnen we makkelijk als een streekroman lezen. De schrijfster
benadrukt zelf dit feit als ze in het vermelde interview de structuur van de
refowereld aan die van de boerderij relateert: De gereformeerde wereld heeft het
principe dat je een binnenste en een buitenste kring hebt (...) Katelijne hoort
bij de buitenste kring van de familie. Maar aan de boerderij, de binnenste
kring, kan ze niet meedoen.
Het leven op platteland wordt door kunstenaars
in de regel cyclisch verbeeld: de seizoenen representeren het levensritme van
een dorpeling. Dit kunnen we bijvoorbeeld in de Hollandse Oscarwinnaar Antonia (1995) opmerken die gedeeltelijk
op de shots van de natuur gebaseerd is. Dus is het geen toeval dat Dorsvloer vol confetti een cyclische
structuur vertoont. Ten eerste heet het elfde hoofdstuk ‘Huisbezoek’, wat een
variatie op de naam van het vijfde hoofdstuk ‘Bezoek’ is. Ten tweede lezen we
herhaaldelijk over bezoeken van Katelijne aan haar oma. Dus is de refowereld
volgens Treur eveneens een cirkel. In haar boek lijkt die cirkel echter niet op
de barrière van Wolkers, het gaat niet om een vicieuze cirkel. Katelijne wil er
niet aan ontsnappen. Integendeel, hoe verder we in het boek komen, hoe vaker we
de ontmoetingen van haar en haar oma tegenkomen. De herhaling in kwestie creëert
de sfeer van veiligheid en vriendelijkheid. De lezer raakt snel op een
positieve manier met de refowereld vertrouwd. Vandaar ook het verzoenlijke einde
van de roman: in plaats van afscheid nemen van de refowereld (dat is meer aanwezig
in de succesvolle verfilming ervan), kijkt de lezer naar een bruiloft die
letterlijk op een dorsvloer op confetti wordt voltrokken.
Aan de andere kant speelt Katelijne
de rol van buitenstaander en haar relatie met haar ouders is ver van ideaal. Met
haar intelligentie en gevoeligheid voor woorden lijkt ze meer op een
kunstenares dan op een toekomstige boerin. Qua mentaliteit hoort ze niet bij
haar familie en toch geniet ze op haar eigen manier van het ‘lidmaatschap’ in
de refowereld. En ze heeft ook een sympathiekere vader dan de helden van
Wolkers of ’t Hart. Als ironisch kan datgene wat het personage van Treur niet doet
gezien worden (het breken met het milieu waarin ze opgroeide, wat trouwens voor
een twaalfjarige meisje sowieso niet mogelijk schijnt), maar wat de schrijfster
zelf wel heeft gedaan: ze heeft zich van de refowereld en het geloof, wat
telkens in interviews wordt benadrukt, gedistantieerd. De literatuur en het
leven gaan hand in hand.
Bronnen:
Treur, F. 2010 (2009) Dorsvloer
vol confetti. Amsterdam: Prometheus.
<http://wapenveldonline.nl/artikel/931/god-was-geen-onbekende-voor-mij/,
10-12-16, 14:49>
Geen opmerkingen:
Een reactie posten