vrijdag 4 november 2016

Prachtig Praag?

Pavlína Riedlová

Over het algemeen was het een moment om een sigaretje op te steken of uitgeput in slaap te vallen. Op dat concrete moment mocht geen van die twee mogelijkheden. “Hij wil praten,” flakkerden grote rode letters in mijn hoofd en een imaginaire sirene hield me wakker. “Waarom denken toeristen dat Praag prachtig is?” stelde ik eindelijk een vraag die mij al lange tijd door het hoofd jaagde. “Nou, in Amsterdam heb je slechts de grachten,” schatte hij meteen wat ik met mijn vraag had bedoeld. “Maar de straatjes in Praag zijn oud en gevarieerd. Ze zigzaggen door het centrum en geven hem een unieke sfeer.” Toen ik bij ‘t krieken van de dag thuiskeerde, stopte ik even bij de Sint-Vituskathedraal en probeerde die sfeer te ruiken. Stank van benzine en het geluid van een bladblazer hebben al snel een eind aan mijn streven gemaakt.

Het feit dat ik Praag niet bepaald mooi vond, was eigenlijk maar een onderdeel van het hele acclimatisatieprobleem. Tijdens vier weken vakantie in Walachije kon ik me nog dapper verbeelden dat ik steeds in Nederland was. De heuvels pasten natuurlijk niet in het droomlandschap, maar ik kon op z’n minst het openbaar vervoer mijden en lekker fietsen. Al had de oudste dorpeling een modernere fiets dan een bemiddelde Amsterdamse universiteitsstudent, toch waren het steeds twee wielen en een fietsbel. Pas met een sleutel van mijn Praagse kamer in mijn hand besefte ik, hoe diep ik in de puree zat. Het was maar één sleutel. Er was geen sleutel van een fietsenrek en ook niet van een ketting. Alleen van mijn kamer en de bushalte voor de torenflat.

Het is nooit zo erg om het niet nog erger te maken. Na een nare reis met de tram naar een supermarkt besloot ik mijn ochtend-depressie met behulp van suiker weg te jagen. De broodafdeling was nogal groot en ik was er van tevoren op voorbereid dat ik daar geen gevulde koeken of kruimel vlaai kon verwachten. Toch heb ik op iets met appels gehoopt of misschien een verse donut. Appels waren niet aanwezig en donuts leken alsof ze net zo’n lange nacht achter de rug hadden als ik. Na vijf minuten van mijmering bewoog ik richting de groenteafdeling. Diep verontwaardigd door de onmogelijkheid mijn verdriet in Chocomelk te verdrinken, stond ik iets gezonds te kiezen. Emmertjes met snoeptomaten waren nergens te vinden en de cherrytomaten vond ik te weinig rood en bovendien peperduur. Hun prijs met twee cijfers was de laatste druppel. Daarna herinner ik me pas de vieze smaak in mijn mond toen ik in mijn kamer tot bewustzijn kwam. Het zakje dropjes in mijn hand was bijna leeg.


Op dat moment zag ik het zo klaar als een klontje. Als ik in een stad met brede huizen wil overleven moet ik een plan aanschaffen. Na een mislukte poging met de Nederlandse vlag boven mijn bed, heb ik eindelijk inspiratie in het boekje Meisje en sigaret gevonden. “Wanneer hij zich die grote reis niet kon veroorloven, verzon hij voor zichzelf het thuis-reizen. Op bepaalde dagen ging hij de straat met zijn wandelstok op en vragen van zijn landgenoten beantwoordde hij in het Frans.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten