maandag 14 november 2016

Het Nederlandse landschap en het Tsjechische landschap
Lukáš Vítek

Vanaf mijn kindertijd ben ik gefascineerd door de geologie. Ik bedoel door de echte geologie, niet door een saai vak op de middelbare school. Wat versta ik onder de echte geologie? Nou, ik stel de geologie voor in termen van de roman van de Franse schrijver Jules Verne Naar het middelpunt der aarde. De protagonisten ervan gaan er verschillende grotten in binnen, totdat ze zich binnen de aardbol bevinden en de geologische kern van onze planeet bereiken. Het lukt hen aan alle gevaren van de binnenkant van de aarde te ontsnappen, waaronder de vallende stukken graniet en giftige lucht van de ondergrond. Tenslotte komen ze op een speciale manier de aardbodem in Sicilië opnieuw uit: ze drijven op een vlot op de lava/magma van een vulkaan. Inderdaad, Vernes roman is fantastisch en onrealistisch, maar het laat goed het schone van de geologie zien.

Landschap en wolken

Ieder landschap heeft andere wolken. Het Nederlandse landschap wordt gekenmerkt door wolken, meestal grijze wolken. Het gaat om een land dat door de aanwezigheid van de wolken gedefinieerd wordt, aangezien het er zo vaak regent.[1] Zelfs de zanger Boudewijn de Groot zingt in zijn patriotische lied Lage Landen over de Nederlandse hemel en Nederlandse wolken:

Liggend op mijn rug
In het gras van Maas en Waal
Kijkend naar de wolken
Die langzaam overdrijven
één heeft het gezicht
Van het allereerste meisje

Lieve Inge Blaauw
Ik wil altijd bij je blijven


Geologisch gezien is het Nederlandse landschap vlak. Geen bergen, geen heuvels. Er is alleenmaar één bodemverhoging in Utrecht behalve een kunstmatige heuvel, en dat zijn bruggen over de grachten als we de tunnels van het fietspad op weg naar de universiteitscampus Uithof niet meerekenen. Het eerste echte dal in Nederland zag ik pas in Arnhem. Een fietser heeft het echt makkelijk in Holland. Voor een skiër lijkt het Nederlandse landschap monotoon en eentonig. Wie echter op de route tussen Utrecht en Soest fietst, beleeft echt iets.

Nederlands landschap 

Je gaat een bos uit naar iets tussen een fietspad en zijweg. Je bent er niet op voorbereid wat je ineens ziet. Zo ver het oog reikt zie je daar één gigantisch groen vlak. Het trekt zich helemaal in de verte uit. Dat vlak bestaat uit twee weiden waartussen de zijweg leidt, omringd door twee kanalen en lanen aan beide kanten. Af en toe lopen er schapen op de weiden en dansen er zwaluwen enkele meters in de lucht. In het oosten zie je in de verte Soest, achter jou ligt Bunnik of een ander dorp uit de Utrechtse omgeving. Linksaf en rechtsaf van de zijweg, dat wil zeggen in het noorden en in het zuiden, kijk je naar de bosachtige horizon.

Als buitenlander word je je er al snel van bewust dat dit landschap er anders uitziet dan dat van jouw eigen land. De hemel ligt in de omgeving van Soest tamelijk laag, terwijl hij in het oosten van Tsjechië in Podorlicko dankzij de heuvels veel hoger is. En de wolken dan? De Nederlandse wolken hangen in de rijen naast elkaar alsof ze gelijkwaardigheid, de hoofdwaarde van Nederland, belichamen. Sommige wolken zijn grijsblauw gekleurd en degene, die door de  zon worden beschenen, zijn helderwit. Ze zijn mooi, zelfs indrukwekkend, al je er in geen wolk het gezicht van een grote liefde kan herkennen. Als je dan een foto van het landschap van Podorlicko raadpleegt, valt eerder de hiërarchische ordening van de wolken op. De wolken van het Tsjechische landschap drijven in grotere afstand van elkaar en ze zijn groter. Ik vraag me af of het eveneens een parallellie met de Tsjechische maatschappij zou kunnen zijn. Dat zou een buitenlander moeten beoordelen, want voor de leden van onze eigen cultuur is het niet zo makkelijke te doorgronden, denk ik.




[1] Zie bijvoorbeeld het nawoord van Veronika Havlíková in haar vertalingen van verhalen van Jan Wolkers Model.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten