Het ontwerpen van een onderzoek
Hedvika Schwarzová
Verschuren, P., Doorewaard, H. (2015) Het ontwerpen van een onderzoek (5e
druk). Amsterdam, Nederland: Boom
Lemma uitgevers
Binnen elke
universitaire studie komen studenten het uitvoeren van een onderzoek tegen. Het
onderzoek speelt een sleutelrol op elk gebied van de wetenschap omdat het veel
nieuwe kennis kan brengen of een nieuwe inzicht in de problematiek kan opleveren.
Het is van groot belang om een complexe onderzoek op te kunnen bouwen hoewel
het geen makkelijke taak is. In dit artikel vat ik het eerste deel van het boek
Het ontwerpen van een onderzoek samen
dat vooral op beginnende onderzoekers gericht is. Het boek geeft een
overzichtelijk inzicht in de methodologie van het schetsen van een onderzoek.
Als beginnende onderzoeker kom je veel verschillende problemen tegen. Met
behulp van dit boek en de methodologische stappen die er systematisch worden
beschreven en met veel voorbeelden uit de praktijk gedemonstreerd worden, kan
de lezer zich trainen in een planmatige aanpak bij het ontwerpen van zijn
onderzoek.
Het begin is
altijd het moeilijkste. De studenten moeten zich realiseren wat er precies moet
gebeuren en wat eigenlijk een complex onderzoek moet bevatten. Het gaat over
een ingewikkelde bezigheid waarover goed nagedacht en dat gepland moet worden. In
het algemeen beoogt het onderzoek kennis, inzicht en levering van informatie
waarmee een bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing van een probleem. We
onderscheiden twee soorten onderzoek en zijn richtingen; ten eerste is er
sprake van een theoriegericht onderzoek waarin theoretische problematiek op
grond van bestaande theorieën en kennis wordt opgelost. Verder werd nog een
praktijkgericht onderzoek onderscheiden dat een praktijkbijdrage aan
verandering van een bestaande situatie of kennis levert. Het onderzoek voegt
dus iets toe aan de theorievorming in het vakgebied of aan een of ander
praktijkprobleem.
Aan het begin van
een onderzoek heeft de onderzoeker in de meeste gevallen zijn onderwerp in
grote lijnen vastgesteld en de bestaande literatuur over de problematiek
bestudeert. Het is essentieel om het onderzoek systematisch te ontwerpen wat de
structuur en inhoud betreft. Daarvoor dient het maken van een onderzoeksontwerp waarin de onderzoeker
het conceptueel en het technisch ontwerp bepaalt.
Het conceptueel ontwerp is verbonden vooral
met de vraag wat je eigenlijk met je onderzoek wil bereiken en wat het doel er
van is. Binnen het conceptueel ontwerp
wordt de doelstelling, het onderzoeksmodel, de vraagstelling en de
begripsbepaling nader geformuleerd. Het vaststellen van een adequate doelstelling heeft een belangrijke
functie die vanaf het begin een richting aan het onderzoek geeft. Onder
doelstelling verstaan wij een
nuttig, realistisch en binnen de gestelde tijd haalbaar, eenduidig en
informatierijk geformuleerd doel voor een onderzoek (Verschuren & Doorewaard,
blz. 38).
Aan de andere kant het technisch ontwerp zorgt voor de methode hoe je het doel wil
bereiken, welke onderzoeksstrategie ga je gebruiken, met welk materiaal ga je
werken en hoe je de planning van het onderzoek zou schetsen. Deze
voorbereidende werkzaamheid is zeer belangrijk voor een vlotte uitvoering van
het onderzoek. In dit stadium van het onderzoek komt het van pas om een
overzicht van de diverse mogelijkheden op het gebied van strategieën, materiaal
en planning te maken zodat de onderzoeker de meest nuttige werkwijze kan
kiezen. Dit overzicht zou ook de verschillende voor- en nadelen laten zien die
tot de keuze van de beste beslissingen zou leiden.
Er worden vijf
onderzoeksstrategieën onderscheiden. De eerste er van is het survey-onderzoek waarmee de onderzoeker
een breed beeld van een relatief groot aantal onderzoekseenheden krijgt. Bij
het survey worden vooral de kwantitatieve gegevens verwerkt die daarna met
behulp van de statistieke procedures worden geanalyseerd. Deze manier van
onderzoek geeft geen diepe inzicht, maar een uitgebreide kwantificatie van een
fenomeen. Een experiment is een type
onderzoek waarmee de onderzoeker nieuwe situaties of processen toetst en nieuwe
ervaringen en kennis er over opdoet. Het experiment heeft een zeer specifieke
vraagstelling, namelijk wat de invloed van variabele X op variabele Y is. De
variabelen kunnen veel diverse zaken vertegenwoordigen en daarvoor is de
experimentele onderzoeksstrategie goed bruikbaar vooral in een
evaluatieonderzoek. Een onderzoeksstrategie waarmee de onderzoeker een
diepgaand inzicht krijgt is de casestudy.
In tegenstelling tot het survey werkt de casestudy met een relatief klein
aantal onderzoekseenheden waaruit kwalitatieve gegevens worden verwerkt. De
casestudy biedt vooral voor de beginnende onderzoekers veel interessante
mogelijkheden omdat het relatief weinig methodologische kennis vereist en kan
vrijwel in elke situatie van toegepast worden. De volgende onderzoeksstrategie
is de zogenaamde gefundeerde
theoriebenadering die zich op het zoeken van nieuwe theoretische inzichten
richt. Dat gebeurt binnen de bestaande theorie die door de onderzoeker niet
wordt getoetst, maar verder ontwikkeld.
Deze strategie is daarom geschikt voor een weinig onderzocht terrein. De
laatste onderzoeksstrategie is een bureauonderzoek
waarbij de onderzoekers met bestaande onderzoeksmateriaal werken dat door
anderen al verzameld en geschreven is. In plaats van de verzameling van
empirisch data moet de onderzoeker logisch en systematisch nadenken over hoe
met behulp van het bestaande materiaal tot nieuwe inzichten gekomen kan worden.
De volgende stap
van het ontwerpen van een onderzoek is het verzamelen van onderzoeksmateriaal
en de verwerking van gegevens en bronnen zodat ze zo effectief mogelijk
gebruikt kunnen worden. Tot slot komt de planning van het onderzoek aan bod. In
dit gedeelte van het boek wordt beschreven hoe men verschillende
onderzoeksactiviteiten en tijd zou plannen. Voor gedetailleerde informatie zie
het tweede deel van het boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten