XIV
Ervaringsspiegel
Professor Pekelder
Veel mensen denken
dat taal een spiegel is. Als je erin kijkt, zou je de werkelijk zien. Niets is
minder waar. Taal interpreteert de werkelijkheid en interpretatie is
subjectief. Een voorbeeld. In het Nederlands maken we een onderscheid tussen
het materiaal hout, de plant boom en een flinke groep bomen, namelijk
bos. Het Duits doet het op dezelfde
manier, respectievelijk Holz, Baum en Wald. In het Frans wordt dit drieledige onderscheid teruggebracht
tot: arbre (boom) en bois (hout en bos). In
het Nederlands wijst het woordje hout
slechts in uitzonderlijke gevallen een bos aan, zoals in de eigennaam Haarlemmerhout. De Franstaligen hebben
voor een flinke groep bomen ook nog forêt,
maar dan is het een zeer flinke groep. Wij hebben in het Nederlands natuurlijk
ook woud, maar dat wordt alleen nog
maar gebruikt in zogenaamde afleidingen en samenstellingen: oerwoud, regenwoud en een enkele keer opnieuw in eigennamen, bijvoorbeeld Zoniënwoud (een bos ten zuiden van
Brussel). Als we andere talen bij de vergelijking betrekken, krijgen we andere
indelingen. Er bestaan bijvoorbeeld talen die een onderscheid maken tussen hout
als materiaal om te stoken en hout als materiaal om te bouwen. In het Italiaans
wordt dat dan legno en bosco. Dat laatste woord betekent
tegelijkertijd ook een flinke groep bomen, terwijl één boom albero is. Een zeer flinke groep luidt foresta. Er is nog een andere ons
bekende taal die vier benamingen heeft, maar dan weer net iets anders: het
Engels. Een boom is tree. Hout voor
de open haard of om mee te bouwen is wood.
Tot hiertoe is de indeling zoals in het Nederlands en het Duits. Wat verschilt
is dat deze taal net zoals het Frans voor een bos en een groot bos twee
verschillende woorden heeft: woods en
forest. Grappig trouwens dat het
woord voor bos de meervoudsvorm van het woord voor hout
is. Er is ook een taal als het Hongaars dat alleen een onderscheid maakt tussen
twee groepen bomen: liget (flinke
groep) erdő (zeer flinke groep) en de rest: fa.
Het Deens ten slotte heeft alleen trae (voor
één boom) en skov voor de rest. Wat
mogen we hieruit opmaken? Dat taal een ervaringsspiegel is van een werkelijkheid
die we zelf gemaakt hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten