donderdag 2 mei 2019


Kateřina Bezecná

HET DAGBOEK VAN ANNE FRANK ALS STRIPVERHAAL


Het verhaal van het joodse meisje Anne Frank en haar leven in het achterhuis, een geheime plek in Amsterdam, waar ze zich met haar familie en familievrienden tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers verstopte, is nu wereldberoemd. Anne Frank werd in de loop van de jaren tot een icoon, tot het symbool van haar tijd. Haar dagboek dat ze haar fictieve vriendin Kitty adresseerde, wordt wereldwijd gelezen en door middel daarvan werden veel mensen met de tijd van het nazisme bekend gemaakt.

Twee jaren geleden is de eerste grafische novelle van Anne’s dagboek verschenen, die op de oorspronkelijke tekst gebaseerd is. Het is door Ari Folman en David Polonsky op initiatief van Anne Frank Fonds in Basel gemaakt. Eigenlijk is het niet het eerste stripverhaal, die over het thema holocaust handelt. Herinneren we ons aan de grafische verwerking van Maus van Art Spiegelman dat toen een grote controverse wekte- vooral de vraag of een stripverhaal het gepaste medium is, die zodanig serieuze thema zoals holocaust kan representeren. Een stripverhaal behoort namelijk tot een gemakkelijke stijl, die steeds is waargenomen als een vorm die eerder voor kinderen geschikt is.
In mijn opdracht wil ik graag vergelijken, hoe het oorspronkelijke dagboek van Anne Frank aan het stripverhaal is aangepast.

In het geval van Anne Frank’s dagboek is het vooral nodig te bedenken, dat het niet alleen een getuigenis van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog is, het is namelijk ook een persoonlijke beschrijving van de wereld van het volwassen wordende meisje, dat ondanks de ongelukkige tijd een normaal leven wilde leiden. Ze droomde, ze werd verliefd en ze verlangde vrij en zelfstandig te zijn. Vanwege deze emotionele, persoonlijke en voor Anne specifieke kant van het dagboek, is het volgens mij zeer moeilijk haar verhaal in een andere medium om te vormen. Zelfs de auteurs hebben in een interview gezegd, dat het zeer belangrijk voor hen was Anne’s persoonlijkheid in het stripverhaal te behouden en haar dagboeknotities te volgen.

De auteurs benaderen de grafische verwerking op verschillende manieren. Het begin van Anne’s dagboek, waar Anne in dagboeknotities haar alledaagse leven afschilderde, waarin ze haar relaties met de familieleden en met klasgenoten beschreef en waarin ze over haar bewonderaars sprak, vatten de auteurs in een paar beelden samen en maken dus alleen een groot 'beeldvoorwoord'.

In enkele gevallen hebben de auteurs beslist de hele versie van Anne’s dagboeknotities in het stripverhaal in te leggen. Het gaat vooral over de notities die in het dagboek cruciaal zijn en wier inhoud te moeilijk is om in de grafische vorm om te vormen. Als voorbeeld wil ik graag de dagboeknotitie van vrijdag 20 november 1942 vermelden. Anne beschreef de gevoelens van somberheid en verdriet, toen de bewoners van het Achterhuis de verschrikkelijke berichten over de Joden hadden gekregen. Daarna ging Anne voort met de beschrijving van haar persoonlijke gevoelens van verlorenheid.

“… Bij deze narigheid is nog een andere gekomen, maar die is van heel persoonlijke aard en zinkt in het niet bij de ellende, waarvan ik je zojuist heb verteld. Toch kan ik niet nalaten je te vertellen, dat ik me de laatste tijd zo verlaten ga voelen.
Er is een te grote leegte om mij heen. Vroeger dacht ik daar nooit zo over na en mijn pretjes en vriendinnen vulden mijn gehele denken. Nu denk ik óf aan ongelukkige dingen óf over mezelf. En ten langen leste ben ik tot de ontdekking gekomen dat vader, hoe lief hij ook is, toch niet mijn gehele vroegere wereldje kan vervangen. Maar waarom je met zulke malle dingen lastig vallen, ik ben ontzettend ondankbaar, Kitty, ik weet het wel, maar het draait me ook vaak als ik te veel op mijn kop krijg en dan nog aan al die andere narigheid moet denken!



(uit: Deník Anne Frankové, Ari Folman, David Polonsky, Triáda, 2017)


In dit geval kunnen we zien hoe treffend Anne haar gevoelens kon uitdrukken. Dat is volgens mij ook de reden, waarom de auteurs hebben besloten de complete versie van de notitie in het stripverhaal te behouden. Ze hebben dat alleen met een beeld van Anne aangevuld, die zweeft, wat Anne’s gevoelens van leegheid evoceert.

Als we het stripverhaal van Ari Folman en David Polonsky doorbladeren, kunnen we zien, dat het hen gelukt is met alle kanten van Anne’s dagboek rekening te houden. Er zijn Anne’s gevoelens en gedachten, gebeurtenissen in het Achterhuis en ook de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in het stripverhaal inbegrepen en daarom is de oorspronkelijke essentie van Anne Frank’s verhaal behouden.

zaterdag 30 maart 2019

De Zeven Hoofdzonden
Kryštof Zindr


Hoofdzonde is een term die door de rooms-katholieke kerk wordt gebruikt. Er bestaan zeven hoofdzonden – woede, afgunst, hebzucht, onmatigheid, luiheid, lust en ijdelheid. Deze zonden worden hoofdzonden genoemd, omdat ze de basis voor andere zonden zijn. Hun afkomst is onbekend, de eerste vermelding komt uit de 4e eeuw, maar als geheel worden ze pas in de 6e eeuw door paus Gregorius I gepubliceerd. De zeven hoofdzonde verschijnen vaak in de literatuur, op schilderijen en in andere media. Voorbeelden van vermeldingen van de zeven hoofdzonden zijn de Divina Commedia van Dante Alighieri en de film Se7en van David Fincher. Voor mijn vergelijking heb ik het schilderij De Zeven Hoofdzonden van Jheronimus Bosch gekozen.

De zeven hoofdzonden werd door Jheronimus Bosch tussen 1500 – 1525 geschilderd. Het schilderij is tegenwoordig te zien in Museo del Prado in Madrid. Het schilderij bestaat uit vijf kringen – vier kleine in de hoeken en een grote in het midden. Op de vier kleine kringen zijn De Vier Uitersten uitgebeeld. De Vier Uitersten zijn volgens het christendom de vier laatste stadia van de ziel in het leven en het hiernamaals. Er zijn de dood, het laatste oordeel, de hel en de hemel. In het schilderij van Bosch zijn ze "in [de] chronologische volgorde" geordend. De dood is uitgebeeld als de laatste sacramenten, de engel en de duivel zijn aanwezig. In het laatste oordeel, zijn Jezus en de engelen die bij de dode aan het waken zijn. In de hel lijden de zondaren voor hun zonden, terwijl in de hemel Jezus en de engelen voor de poort naar de hemel de duivel tegenhouden.

Het belangrijkste gedeelte van het schilderij is de grote cirkel in het midden. In het midden van de cirkel is een kleinere cirkel, waar de halfnaakte Jezus uitgebeeld is. Onder hem staat een opschrift in het latijn: Cave cave dominus videt. In het Nederlands betekent het 'Pas op, pas op, de heer ziet'. Rondom Jezus zijn de zeven hoofdzonden uitgebeeld. In de sector van de onmatigheid zit een dronkaard die drinkt en een zwaarlijvige etende man met zijn eveneens zwaarlijvige zoon. In de afbeelding van luiheid slaapt een man die zijn geloof vergeet. In het deel over de lust zitten twee mensen in de tent met twee clowns die hen vermaken. In de afbeelding van de ijdelheid staat een vrouw die in een spiegel kijkt en die door de duivel vastgehouden wordt. In de sector van de woede is een vrouw die een ruzie tussen twee dronkaards probeert te verhinderen. In het beeld waar afgunst uitgebeeld is, staat een stel in een huis dat met afgunstige blikken naar een rijke man kijkt terwijl een dienaar een zak met geld wegneemt. In het huis staat ook een meisje dat naar een portemonnee van een man kijkt. In de laatste afbeelding met hebzucht staat een corrupte rechter die het smeergeld accepteert.

Jheronimus Bosch probeerde met zijn schilderij de maatschappij te bekritiseren, de maatschappij die heel religieus was, maar vaak zondigde. Zijn kritiek is nog altijd actueel, de hedendaagse maatschappij is ook vandaag vol met zonden. Vanuit het gezichtspunt van intermediale uitwisselingen, zijn de zeven hoofdzonde een lijst van zonden zonder verdere specificaties, daarom kan men ze heel vrij interpreteren. De zeven hoofdzonden is een van de beroemdste werken van Jheronimus Bosch, daarom denk ik dat het is hem heel goed gelukt de zeven hoofdzonden te interpreteren.

Bronnen:
https://www.jheronimusbosch-artcenter.nl/ontdekken https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven_Hoofdzonden_(schilderij) https://www.tongerlo.org/2016/06/04/de-7-hoofdzonden/ https://www.camerata-trajectina.nl/recording/de-zeven-zonden-van-jeroen-bosch/ https://en.wikipedia.org/wiki/The_Seven_Deadly_Sins_and_the_Four_Last_Things

donderdag 21 maart 2019

XVII

ZIJN
Professor Pekelder

Veel mensen denken dat de zogenaamde exacte wetenschappen nuttiger zijn dan de menswetenschappen. Om kort te gaan: wis-, natuur- en scheikunde leggen maatschappelijk meer gewicht in de schaal dan bijvoorbeeld menswetenschappen als letteren of filosofie. Tegen deze manier van denken is wel het een en ander in te brengen. Er zijn mensen die besluiten te gaan trouwen of juist niet meer willen trouwen omdat ze een bepaalde roman hebben gelezen. Er zijn mensen die anderen helpen of – integendeel - de grond inboren vanwege een filosofisch traktaat. Ik ken iemand die van baan is veranderd na lezing van l’Education sentimentalevan Flaubert. Ik ken zelfs een officier van justitie die waarschijnlijk het belangrijkste proces uit zijn carrière heeft verknald, juist omdat hij dat boek niethad gelezen. Er bestaat één categorie mensen die donders goed het belang inziet van de letteren en de filosofie. Dat zijn de boekverbranders. Overal ter wereld zijn er in verschillende periodes boeken uit bibliotheken en boekwinkels gehaald, ergens op een centrale plaats opgestapeld en in de fik gestoken. Ging het hier om wis- of natuurkundige werken, inleidingen in de chemie? Nee, het ging voornamelijk om literatuur, geschiedkundige en filosofische werken, kortom boeken uit de menswetenschappen. Tijdens de communistische tijd mocht iedereen in Centraal- en Oost-Europa exacte wetenschappen studeren. Voor letteren en filosofie daarentegen had je speciale toestemming nodig. Dictatoren zijn slimmer dan je denkt en zeker slimmer dan veel democratische politici en managers die in economisch zware tijden als ware rekenmeesters de menswetenschappen uitkleden. Zij hebben begrepen dat deze tak van wetenschap aan ons ZIJN raakt.

donderdag 17 januari 2019


De luis

 Filip Frantál

De luis ken je al jaren. Toen waren jullie vrienden die in dezelfde bank op school zaten. Je liet haar je huiswerk zien toen ze het hare thuis vergat. Vreemd, hoe bepaalde gewoonten van zekere mensen  jaren doorleven.
De luis was iemand die je voor een vriend hield, maar je was ervan overtuigd dat je haar niet meer zou zien na het gymnasium. Je hebt zeker niet verwacht dat jullie elkander nog aan de universiteit zullen tegenkomen. Ze leek je niet echt het type.
De luis heeft een aantal bewonderenswaardige eigenschappen. Wat de school betreft kan het haar niet schelen maar ze komt er altijd doorheen. Je weet niet hoe ze het doet, maar zelfs als elke andere student zich om zijn studie waarachtig bekommert en toch vreest dat hij voor zijn examens zal zakken – de luis blijft kalm en rustig. Op de een of andere manier haalt ze haar examens. Het liefst met jouw notities in haar tas.
De luis is afwezig bij de helft van de colleges. Ze levert haar huiswerk slechts soms in – je weet al op voorhand dat ze een essay wel geschreven had omdat je de voorafgaande avond ongeveer duizend berichten op Facebook kreeg waarin je hulp geëist werd. Hetzelfde geldt voor je klasgenoot. En hetzelfde geldt voor jullie andere klasgenoot.
Ze houdt je voor de enige die het antwoord weet dat binnen één minuut opgezocht kan worden. Ze vraagt voortdurend om je notities te kunnen lenen. Je doet nu liever alsof je geen notities meer maakt tijdens de colleges.